What is the meaning of weten waar Abraham de mosterd haalt in Dutch?

Read the Dutch Dictionary meaning of weten waar Abraham de mosterd haalt,part of speech of weten waar Abraham de mosterd haalt, synonyms of weten waar Abraham de mosterd haalt, antonyms of weten waar Abraham de mosterd haalt, words derived from weten waar Abraham de mosterd haalt, examples of weten waar Abraham de mosterd haalt usage, alternate forms of weten waar Abraham de mosterd haalt, word forms of weten waar Abraham de mosterd haalt, history of weten waar Abraham de mosterd haalt, pronounciation of weten waar Abraham de mosterd haalt, abbreviation forms of weten waar Abraham de mosterd haalt below:

Dutch Dictionary Word Meaning of weten waar Abraham de mosterd haalt

1.1 to be well-informed

Part of Speech - Dutch Dictionary word weten waar Abraham de mosterd haalt

weten waar Abraham de mosterd haalt is a Verb. A word that expresses an action, occurrence, or state of being

Dutch Dictionary Synonyms of weten waar Abraham de mosterd haalt

van de hoed en de rand weten

Dutch Dictionary Examples of Usage of weten waar Abraham de mosterd haalt

1.1 Zo de Godsdienst den wil des Sultans bindt, doet hij 't zeker niet dien der Keizerinne van Rusland, die zeer wel weet waar Abraham de mostaart haalt.
In English: (please add an English translation of this quotation)

History of weten waar Abraham de mosterd haalt

Literally, “to know where Abraham gets his mustard”. From the 18th century. The etymology is disputed, options include: * influence from German wissen wo Barthel Most holt (“to know where Barthel gets must/wine”), which is attested somewhat earlier than the Dutch expression. * mosterd (“mustard”) being a corruption of mutsaard (“faggot, bundle of firewood”), so the original form would literally mean “to know where Abraham gets his bundle of firewood”. The expression then refers to the Aqedah or binding of Isaac in Genesis 22.

Dutch Dictionary Prnounciation of weten waar Abraham de mosterd haalt

/ʋeːtə(n) ʋaːr aːbraːɦɑm də mɔstərt fɑndaːn ɦaːlt/